
© Hollandse Hoogte / Joris van Gennip
Nederlanders waren in 2021 pessimistischer over de toekomst van de samenleving dan in 2018. In 2021 vond 57% van de 15-plussers dat het in Nederland de verkeerde kant op gaat. In 2018 was dit nog 38%.
Het pessimisme is vooral toegenomen onder hoger opgeleiden. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS op basis van het onderzoek ‘Sociale samenhang en Welzijn’ aan de hand van een vraag en twee stellingen.
Op de vraag ‘Hoe vind je dat het over het algemeen gaat in Nederland?’ gaf in 2021 57% van de 15-plussers aan dat het de verkeerde kant op gaat. Hiervan zei 39% dat het een beetje de verkeerde kant op gaat en 19% dat het duidelijk de verkeerde kant op gaat.
Daarnaast zei 44% het eens te zijn met de stelling ‘Voor de meeste mensen wordt het leven eerder slechter dan beter’, terwijl dit in 2018 nog 35% was.
Met de stelling ‘Zoals de zaken er nu voor staan ziet de toekomst er hoopvol uit’ was 39% het oneens. In 2018 was dit 26%.
In vergelijking met 2018 is het pessimisme in 2021 onder alle leeftijdsgroepen toegenomen.
Wel zijn jongeren over het algemeen minder pessimistisch dan ouderen. Zo vindt 36% van 15- tot 25-jarigen dat het leven eerder slechter dan beter wordt. Bij 75-plussers is dit 53%.
Daarnaast is 50% van de 15- tot 25-jarigen van mening dat het in Nederland de verkeerde kant op gaat, terwijl dit bij 75-plussers 62% is.