De verdeling van werk en zorg tussen vaders en moeders is vaak anders dan gewenst. Van de ouders met kinderen jonger dan 18 jaar zouden 4 op de 10 ouders werk en zorg het liefst gelijk verdelen.
In de praktijk is dat voor nog geen 1 op de 10 stellen het geval. Bij bijna de helft van de ouders werkt de man meer, terwijl de vrouw een groter deel van de zorg voor hun kind(eren) op zich neemt.
Vaders en moeders denken bijna hetzelfde over hoe betaald werk en de zorg voor de kinderen verdeeld zou moeten zijn. De meesten (60%) zouden de zorg in gelijke mate samen willen doen.
Wel vinden meer mannen dan vrouwen (35 tegen 16%) dat een vrouw geschikter is om kleine kinderen op te voeden dan een man.
Bij de geboorte van het eerste kind gaat 45% van de moeders minder werken, of stopt helemaal met werken. De meeste moeders met kinderen jonger dan 18 jaar werken 20 tot 35 uur per week.
Met het jongste kind op de middelbare school werken iets meer moeders 35 tot 40 uur per week dan met het jongste kind jonger dan 13 jaar.
Mannen passen hun werkpatroon veel minder vaak aan als ze voor het eerst vader worden, zij blijven voor het grootste deel voltijds werken.
Een deeltijdbaan van 28 tot 35 uur per week, komt bij vaders het meest voor als het jongste kind nog niet naar school gaat. Als het jongste kind naar school gaat, is de groep vaders met een deeltijdbaan van 28 tot 35 uur per week kleiner.
Bron: Emancipatiemonitor 2022 van het CBS