Een bijzondere vondst in het Regionaal Archief in Alkmaar: in een aantal zeventiende-eeuwse boekbanden bleken stukjes perkament te zitten van een nog veel ouder boek, uit de elfde eeuw. De fragmenten zijn in één klap de oudste stukken van het archief. De ontdekking is mogelijk een sleutel tot de oplossing van een Europees mysterie. Fragmenten van hetzelfde handgeschreven boek – misschien zelfs een vorstelijk exemplaar – werden namelijk eerder gevonden in Engeland, Duitsland en Polen.
Recycling van middeleeuwse boeken
In de zestiende en zeventiende eeuw werden veel boeken gedrukt en gebonden. Daarbij gebruikten boekbinders perkament, dat gemaakt was van dierenhuid, om hun boekbanden te verstevigen. Omdat perkament duur was, sneden ze daarvoor vaak oude middeleeuwse boeken in stukken, die – voor de introductie van de boekdrukkunst – met de hand waren geschreven op perkament. Het ging dan meestal om boeken die hun waarde hadden verloren, bijvoorbeeld omdat ze te katholiek waren of in een taal geschreven waren die men niet meer kon lezen.
In vier zeventiende-eeuwse boekbanden met een Grieks-Latijns woordenboek het Regionaal Archief een aantal wel heel bijzondere oude stukjes perkament. Toen Lisette Blokker van het archief op onderzoek uitging kwam ze via Ed van der Vlist, de conservator middeleeuwse handschriften van de Koninklijke Bibliotheek, in contact met Thijs Porck, universitair hoofddocent middeleeuws Engels in Leiden. Die wist vast te stellen dat het ging om 21 fragmenten van een handgeschreven boek uit de elfde eeuw, een bijna duizend jaar oud Latijns psalterium oftewel een boek met psalmen. De restaurator van het Regionaal Archief wist de fragmenten uit de banden te halen, zodat hij ze beter kon bestuderen.
Tussen de regels
De tekst van het psalmboek is in het Latijn geschreven, maar boven de woorden zijn vertalingen geschreven in het Oudengels, dat tussen ongeveer 500 en 1100 gesproken werd. Zulke aantekeningen tussen de regels van een tekst worden ‘glossen’ genoemd. Het Oudengels lijkt veel op het Duits, Fries en Nederlands. Dat blijkt wel uit de ontdekte Alkmaarse fragmenten, waarin boven elk Latijns woord een Oudengelse vertaling geschreven staat: ‘ælce dæg’ boven tota die; ‘utgang wætera’ boven exitus aquarum; en ‘halig’ boven sanctus. Deze Oudengelse glossen hadden waarschijnlijk een didactisch doel: met deze vertaalhulp tussen de regels kon de gebruiker van dit psalterium Latijn leren. Voor wetenschappers is de vondst van in totaal meer dan vijfhonderd Oudengelse glossen in Alkmaar belangrijk om meer te leren over de taal van vroegmiddeleeuws Engeland. De fragmenten bevatten bijvoorbeeld een aantal woordvormen die nergens anders voorkomen, waaronder het woord ‘gewændunga’ voor het Latijnse commotionem, ‘beweging’. Daar kun je het Nederlandse woord ‘wending’ in herkennen.
Fragmenten over heel Europa
De vondst in Alkmaar is op zichzelf al heel bijzonder, maar de ontdekking heeft een extra dimensie omdat fragmenten van hetzelfde handgeschreven boek al eerder gevonden zijn in boekbanden in heel Europa: in Haarlem, Cambridge (Engeland), Sondershausen (Duitsland) en Elbląg (Polen). Door schrift, versiering, taal en inhoud van de fragmenten te vergelijken is vast te stellen dat ze allemaal uit hetzelfde elfde-eeuwse psalterium komen. Onderzoeker Thijs Porck wist zelfs te reconstrueren dat één van de Alkmaarse fragmenten uit hetzelfde dubbelblad moet zijn gesneden als het fragment dat in een Haarlems boek werd aangetroffen: waar de tekst op het Alkmaarse fragment stopt, gaat het door in het Haarlemse fragment.
Hoe werden fragmenten van dat ene boek nou verspreid over heel Europa? De vondst in Alkmaar lijkt daar een deel van het antwoord op te geven. De zeventiende-eeuwse boeken met daarin de middeleeuwse fragmenten zijn afkomstig uit de Librije, de oude stadsbibliotheek van Alkmaar die tegenwoordig is ondergebracht in het Regionaal Archief. Uit een Alkmaarse stadsrekening blijkt dat de boeken met de fragmenten in 1601 voor de Librije zijn aangeschaft in Leiden. Daar werden ze waarschijnlijk ook gebonden, want ook een aantal andere boeken met fragmenten van hetzelfde elfde-eeuwse boek blijkt een link te hebben met Leiden. De boeken in Polen behoorden bijvoorbeeld toe aan een Poolse edelman die tussen 1600 en 1602 studeerde aan de Leidse universiteit en ook het fragment dat nu in Haarlem ligt, blijkt uit een boek te komen dat in Leiden gekocht is, op een veiling in het jaar 1601. Dat stukken van het elfde-eeuwse boek ook werden verwerkt in boeken die zich nu in Engeland en Duitsland bevinden, wordt wellicht verklaard door de vele internationale studenten die ook in de zeventiende eeuw al naar Leiden kwamen.
Daarmee is het mysterie nog niet helemaal opgelost. Rond het jaar 1600 waren binnen Leiden tientallen boekbinders actief. Thijs Porck is nu samen met Poolse collega’s bezig uit te zoeken of ze de precieze binder kunnen identificeren. Als ze daarin slagen, hopen ze meer fragmenten van het elfde-eeuwse psalterium met Oudengelse glossen te vinden.
Een gevluchte prinses?
Dan rest alleen nog de vraag hoe een Leidse boekbinder rond 1600 aan een Engels handgeschreven boek uit de elfde eeuw kwam. Het is bekend dat rond het midden van de zestiende eeuw middeleeuwse boeken uit Engeland met bootladingen tegelijk naar het continent werden verscheept, zodat ze hergebruikt konden worden door boekbinders en zeepmakers. Het is goed mogelijk dat het boek met de Oudengelse glossen daarbij zat.
Maar er is ook een tweede theorie. Het zou zo maar kunnen dat het hier gaat om het verloren gewaande psalterium met Oudengelse glossen dat toebehoorde aan Gunhilde, een Engelse prinses die naar het continent vluchtte nadat een Normandisch leger in 1066 Engeland was binnengevallen en het boek toen meenam. Gunhilde overleed in 1087 in Brugge en doneerde haar psalterium en andere schatten aan de Sint-Donaaskerk. Daar werd het boek voor het laatst gezien in het jaar 1561 en beschreven als een psalterium met Engelse glossen ‘die men hier niet goed kan begrijpen’. Sindsdien ontbreekt elk spoor van het boek, maar Thijs Porck wist wel te achterhalen dat de boeken van de Sint-Donaaskerk in het jaar 1580 werden geconfisqueerd door calvinisten. Met de bruikbare boeken stichtten die een openbare bibliotheek, maar andere, overbodige boeken werden verkocht. Een psalterium met onbegrijpelijke glossen zal wel tot de laatste categorie hebben behoord. Kwam het psalterium zo uiteindelijk terecht bij een Leidse boekbinder? Het zou zomaar kunnen. Misschien was het psalterium waarvan fragmenten in de Alkmaarse boekbanden zijn gevonden dus een vorstelijk exemplaar!
Kom de fragmenten bekijken
De bijna duizend jaar oude fragmenten, en andere ‘perkamenten puzzelstukjes’ die soms bijna even oud zijn, zijn voor iedereen te bekijken tijdens een gratis rondleiding door de depots van het Regionaal Archief, op 22, 24, 26 en 30 januari en 1 februari 2024. De rondleiding start om 16.00 uur bij de centrale receptie van de Bergerweg 1 en duurt iets minder dan een uur. Aanmelden is verplicht vanwege de beperkte groepsgrootte en kan via info@archiefalkmaar.nl of 072 850 8200.