De zomertijd gaat in de nacht van zaterdag 30 en zondag 31 maart in. De klok gaat dan een uur vooruit, van 02.00 uur naar 03.00 uur. Hierdoor is het ‘s ochtends iets langer donker en ‘s avonds langer licht. De zomertijd duurt tot eind oktober.
Sinds de invoering ervan in Nederland in 1977 en later als Europese Unie-overeenkomst in 1996, heeft de zomertijd tot doel om het daglicht beter af te stemmen op de uren waarin de meeste mensen wakker zijn. Dit betekent dat we ‘s avonds langer van het licht kunnen genieten. Het ezelsbruggetje ‘In het voorjaar gaat de klok vooruit’ helpt ons om te onthouden in welke richting we de klok moeten verzetten. Dankzij de zomertijd genieten van de extra uren daglicht die ons te wachten staan.
De zomertijd in Nederland is officieel in 1977 ingevoerd. In 1996 is de zomertijd ook een afspraak van de Europese Unie geworden. We zijn ermee begonnen zodat het daglicht beter overeenkomt met de periode waarin de meeste mensen overdag wakker zijn. Daarbij was ook bedacht dat we ermee konden bezuinigen op verlichting.