Op de voorgevel van een loods op bedrijventerrein Zandhorst in Heerhugowaard staat op een klein bordje ‘Rataplan Recyclefabriek’. Het is zo’n loods waar je achteloos aan voorbij zou lopen als je niet zou weten wat zich achter de deur afspeelt. In een gigantische hal die de vorm heeft van een omgekeerd schip is het een drukte van belang.
Medewerkers zijn op de bovenverdieping druk bezig om alle ingezamelde textiel te sorteren. Broeken, shirts, doeken, maar ook riemen, schoenen en tassen worden met een scherp oog onder de loep genomen en in de juiste bakken geplaatst. Producten die zo goed als nieuw zijn vinden hun weg naar een van de 34 kringloopwinkels van Rataplan. De iets mindere kwaliteit is geschikt voor de export. De versleten stukken verdwijnen in de bak ‘Industrie’. Beneden worden ze in balen samengeperst en gaan daarna naar verwerkers die van de vezels nieuwe textielproducten kunnen maken.
In amper drie jaar tijd toverde Rataplan een voormalige klimhal om tot een succesvolle recyclingfabriek waar wekelijks 10 tot 12 ton aan te verwerken textiel binnenkomt. Gemeente Dijk en Waard brengt op deze plek elke woensdag het ingezamelde textiel van haar inwoners, maar ook gemeente Westland brengt hier het ingezamelde textiel van zijn burgers. Daardoor krijgen miljoenen kledingstukken een tweede of derde leven.
Onder de indruk
Ramon Wolkorte, toezichthouder grondstoffen bij gemeente Dijk en Waard, is onder de indruk van de recyclefabriek. “De meeste textielrecyclers sorteren veel grofmaziger. Ze verzamelen alle textiel en verwerken die vervolgens op vezelniveau tot nieuwe producten. Hier voorkomen ze dat hoogwaardige producten worden vermalen tot poetslappen.”
“Kleding is de belangrijkste productgroep van Rataplan”, zegt Heleen Verkerk, manager grondstoffen. “De recyclingfabriek is opgericht om de kringloopwinkels te ondersteunen bij het sorteren van kleding. We zien dat steeds meer nieuwe kleding wordt afgedankt. Door trends als fast fashion en ultra fast fashion worden kledingstukken vaak al na één keer dragen weggegooid. Ik schat in dat 14 tot 20 procent van alle ingezamelde kleding van winkelkwaliteit is.”
Prijskaartje
Bianca Eshuijs, bedrijfsleider van de recyclefabriek, ziet wekelijks talloze kledingstukken voorbijkomen die nog gloednieuw zijn. “Vaak hangt het prijskaartje er nog aan. Dan komen mensen er na de aankoop blijkbaar achter dat ze het toch niet zo mooi vinden.” Het is geen trend waar je, als het gaat om duurzaamheid en circulariteit, blij mee moet zijn, constateren ze alledrie. Het is dan ook goed dat sinds juli het besluit uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) is ingegaan. Daarin worden producenten en importeurs van kleding en huishoudtextiel verantwoordelijk voor de afvalfase van producten die zij in Nederland op de markt brengen Ze betalen een afvalbeheersbijdrage van 3 cent. Dit is om de inzamel-, sorteer- en recyclecapaciteit te verhogen en verbeteren.”
Smerig
De mogelijkheden van recycling en hergebruik van textiel zijn nog weinig bekend bij het grote publiek, constateert Heleen. “De helft van alle kledingstukken verdwijnt in de grijze container. Bianca: “Omgekeerd verdwijnt ook veel restafval in de kledingcontainers. Je wilt niet weten wat we hier elke week tegenkomen. Van verfblikken tot luiers tot vleesafval. Dat is doodzonde want veel kleding wordt daardoor onbruikbaar. Voor onze medewerkers is het bovendien een smerige klus om al dat afval er met hun handen uit te moeten vissen.”
Sociaal
De recyclefabriek van Rataplan onderscheidt zich niet alleen op circulair gebied, maar is ook op sociaal vlak bijzonder. Van de zestien medewerkers hebben er veertien een afstand tot de arbeidsmarkt. Bianca: “Zo hebben we in ons team onder andere mensen met lichamelijke en geestelijke aandoeningen, ex-verslaafden, statushouders. We hebben hier de ruimte om ze extra te begeleiden. Daarnaast krijgen sommigen van hen individuele ondersteuning.” De sfeer onderling is heel goed. Bianca: “Tijd voor af en toe een geintje, leuke uitjes die we met elkaar hebben. We zorgen hier goed voor elkaar. Voor veel medewerkers is dit meer dan zomaar hun baan. Ook voor hun sociale leven is de recyclefabriek heel belangrijk.”
Tweede familie
Dat geldt zeker ook voor teamleider Richard. Hij begon in 2010 als vrijwilliger in de kringloopwinkel van Rataplan en werd bij de oprichting van de recyclefabriek gevraagd voor deze functie. “In de winkel was ik een manusje van alles. Ik kon alles en werd dus ook voor alles gevraagd. Hier kan ik me concentreren op het sorteren. Bovendien kan ik zelf een rustpauze nemen als dat nodig is. Ik ben suikerpatiënt en kan daardoor niet de hele dag staan.”
Richard kan zich geen betere werkgever wensen. “We draaien hier vaak het nummer ‘We are family’ van Sister Sledge. Voor mij persoonlijk is het heel toepasselijk. Ik beschouw mijn collega’s hier echt als een tweede familie.”