De rechtbank Noord-Holland veroordeelt een verdachte die een medewerker van de golfclub in Dirkshorn ernstig mishandelde op de parkeerplaats van de golfclub tot een jaar gevangenisstraf, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. De rechtbank acht niet bewezen dat het om een poging tot doodslag ging.
Schop tegen het hoofd
Op zaterdag 7 oktober 2023 zijn de verdachte en zijn vriendin bij Golfbaan Dirkshorn. Rond 22.30 uur gaan ze naar de parkeerplaats. De verdachte is onder invloed van alcohol. Er ontstaat een ruzie tussen hen, waarbij onder andere de medewerkster van de golfclub zich bemoeide. De verdachte heeft haar vervolgens tegen de grond geduwd. Terwijl zij probeerde overeind te komen, schopte hij haar tegen haar hoofd. Zij raakte buiten bewustzijn. Daarna gaf hij haar opnieuw een schop tegen haar hoofd. Ze heeft ernstige verwondingen aan haar gezicht opgelopen, waaronder botbreuken. Het hele incident is vastgelegd op camerabeelden.
Oordeel van de rechtbank
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag of aan zware mishandeling van het slachtoffer. Voor een bewezenverklaring van een poging tot doodslag, is van belang of de verdachte (voorwaardelijk) opzet had op de dood van het slachtoffer. Van vol opzet, bewust handelen gericht op de dood, is geen sprake, zoals ook de officier van justitie en de verdediging hebben betoogd. Voor het aannemen van voorwaardelijk opzet moet de verdachte het risico voor lief hebben genomen dat het slachtoffer zou komen te overlijden. Dit hangt af van de aard en intensiteit van het schoppen, de plaats waar het slachtoffer op het hoofd is geraakt en wat voor soort schoenen de verdachte aan had.
Op basis van de camerabeelden stelt de rechtbank vast dat de verdachte zijn rechterschoen verloor bij de eerste keer dat hij het slachtoffer schopt. Terwijl ze op de grond lag, schopte hij haar nogmaals tegen haar hoofd, dit keer zonder schoen. Ondanks dat dit geweld heftig was, is de rechtbank niet van oordeel dat door dit schoppen een aanmerkelijke kans op de dood is ontstaan. De conclusie moet daarom zijn dat het voorwaardelijk opzet van de verdachte op de dood van het slachtoffer niet bewezen kan worden. De rechtbank heeft de verdachte dan ook vrijgesproken van poging tot doodslag.
Contactverbod met slachtoffer
Wel bewezen acht de rechtbank dat de verdachte tegen het hoofd van het slachtoffer heeft geschopt, waardoor zij zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Het slachtoffer heeft op de zitting toegelicht dat het geweld een diepe indruk op haar heeft gemaakt en dat zij nog steeds kampt met gevoelens van angst en onveiligheid en spanningen door concentratie- en slaapproblemen. Het feit heeft bovendien niet alleen bij het slachtoffer voor gevoelens van angst en onveiligheid gezorgd, maar ook bij degenen die bij het incident aanwezig waren. De rechtbank weegt mee dat de verdachte op de bewuste avond veel alcohol had gedronken, terwijl hij wist dat zijn mentale gezondheid onder druk stond. Hij had zich moeten realiseren dat het drinken van alcohol voor hem in die periode extra risico’s zou kunnen opleveren.
De rechtbank legt hem een gevangenisstraf op van 1 jaar, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Als voorwaarden stelt de rechtbank onder andere dat de verdachte zich laat behandelen bij een GGZ-instelling en dat hij geen alcohol gebruikt. Ook krijgt hij een contactverbod met het slachtoffer en mag hij niet meer bij de golfbaan in Dirkshorn komen.