8 jaar cel en tbs voor doodslag in Egmondse duinen
De rechtbank Noord-Holland heeft een 31-jarige man veroordeeld tot 8 jaar cel en tbs met dwangverpleging voor het opzettelijk doden van een 56-jarige man in de Egmondse duinen in april 2022. De verdachte heeft het slachtoffer met zeer grof geweld mishandeld en hem vervolgens bloedend in een duinpan achter gelaten, waarna de man is overleden. De verdachte is ook veroordeeld voor een eerder gepleegde mishandeling uit 2020. Van nog een andere mishandeling is de verdachte vrijgesproken.
Doodslag
Op 17 april 2022 is in de Egmondse duinen het dode lichaam gevonden van een 56-jarige man. Over zijn hele lichaam zat zand en bloed en hij had ernstig letsel aan zijn gezicht. Onderzoek wijst uit dat niet alleen grof geweld is gebruikt tegen het gezicht, maar dat het slachtoffer ook is gewurgd of gesmoord. Op het lichaam van het slachtoffer is sperma en ander DNA-materiaal gevonden van de verdachte.
De verdachte heeft verklaard dat hij die dag veel drank en drugs had gebruikt. Hij heeft het slachtoffer in het gezicht gestompt en hem geschopt. Vervolgens heeft hij de tas en de telefoon van het slachtoffer gepakt en hem bloedend in een duinpan achtergelaten. Wat er verder die dag is gebeurd, is niet duidelijk geworden.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de verdachte schuldig is aan het opzettelijk doden van de 56-jarige man. De verdachte heeft ogenschijnlijk zonder enige aanleiding zeer grof geweld gebruikt tegen het slachtoffer. Na de geweldsuitbarsting heeft hij zich niet bekommerd om het lot van het slachtoffer. Het slachtoffer is op een gruwelijke manier aan zijn einde gekomen. Aan de nabestaanden heeft hij immens leed en verdriet toegebracht. De rechtbank legt aan de verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van 8 jaar voor dit misdrijf en een eerder gepleegde mishandeling uit 2020.
De rechtbank legt aan de verdachte daarnaast tbs met dwangverpleging op. Hoewel de verdachte onvoldoende heeft meegewerkt aan onderzoeken naar zijn persoon, stelt de rechtbank mede op grond van de verkregen informatie vast dat de verdachte tijdens het delict aan een psychische stoornis leed. Ook pleegde de verdachte grof geweld zonder noemenswaardige aanleiding en is de verdachte al vaker veroordeeld voor geweldsmisdrijven, waarbij drank en drugs een rol speelden. De rechtbank ziet een gevaar voor herhaling van agressie- en geweldsdelicten en vindt het onverantwoord om de verdachte na zijn gevangenisstraf onbehandeld in de maatschappij te laten terugkeren. Daarom is de maatregel van tbs met dwangverpleging noodzakelijk.
