Gemeente Dijk en Waard deelt gratis vogelkasten uit
Inwoners die de beschermde huismus of gierzwaluw willen helpen aan onderdak, kunnen zich aanmelden voor gratis vogelkasten op de website van de gemeente Dijk en Waard. Door isoleren hebben huismussen en gierzwaluwen steeds minder plek om te nestelen.
Op dijkenwaard.nl/vogelkast kunnen inwoners het aanmeldformulier invullen. De kasten zijn op 4 oktober af te halen tussen 10.00 en 14.00 uur bij het gemeentehuis, Parelhof 1 in Heerhugowaard. Op = op!
- Gierzwaluwkast in cm: 44 x 27 x 27
- Huismussenkast in cm: 44 x 24,8 x 21,4
Let op! Een kast is 8 of 9 kilo, zorg dus voor passend vervoer.
Beschermde soorten en natuurvriendelijk isoleren
De gemeente heeft ecologen van Endemica, Natuurlijke Zaken en TAUW gevraagd om een groot onderzoek uit te voeren naar beschermde diersoorten, zoals vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen. Met dit onderzoek wordt isoleren voor inwoners gemakkelijker gemaakt. Volgens de Omgevingswet moeten huiseigenaren eerst zelf een ecoloog inschakelen voordat ze hun spouwmuur mogen (laten) isoleren. Die moeite neemt gemeente Dijk en Waard inwoners nu uit handen.
“Isoleren is een mooie stap als het gaat om verduurzamen”, vertelt René Schoemaker, wethouder Duurzaamheid. “Het isoleren van de spouwmuur moet op een natuurvriendelijke manier gebeuren, zodat vleermuizen en vogels behouden blijven. Dat is dubbel duurzaam: een goed geïsoleerd huis is comfortabeler en levert een besparing op de energierekening op. Én natuurvriendelijke isolatie is goed voor de biodiversiteit.”
Vogelkasten voor huismussen en gierzwaluwen
Huismussen en gierzwaluwen zijn dol op gezelschap. Het is dus slim om samen met buren meerdere nestkasten op te hangen. “Dit moet op minimaal 3 meter hoogte gebeuren. Het liefst niet op het zuiden”, legt Martijn Korthorst, ecoloog bij Natuurlijke Zaken, uit. “De kasten mogen nooit in de volle zon hangen. Het kan ook even duren voordat de vogels de kasten ontdekt hebben. Met name gierzwaluwen zijn erg kritisch. Geduld is dus een schone zaak. En wie weet wat er in de tussentijd neerstrijkt!”
