Op 1 januari 2023 hadden 10,7 miljoen mensen van 18 jaar of ouder een eigen keuze ingevuld in het Donorregister. Daarvan gaven 4,8 miljoen mensen expliciet toestemming voor orgaandonatie, en 4,4 miljoen geen toestemming. Bijna 1,5 miljoen mensen hebben vastgelegd dat ze de beslissing overlaten aan nabestaanden of een aangewezen persoon.
Vlieland heeft met 63 procent het laagste aandeel inwoners dat een keuze heeft gemaakt. Noardeast-Fryslân en Tytsjerksteradiel hebben 75 procent aandeel, Dantumadiel 74 procent en Achtkarspelen zit op 73 procent. De Fryske Marren, Heerenveen, Ooststellingwerf, Opsterland, Súdwest-Fryslân en Weststellingwerf hebben met 76 procent het hoogste aandeel. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en het Donorregister.
3,3 miljoen 18+’ers nog geen keuze gemaakt
De 3,3 miljoen Nederlanders boven de 18 jaar die geen keuze hebben doorgegeven, zijn daardoor geregistreerd als ‘geen bezwaar.’ Dat zijn het meest jongeren tussen de 18 en 25 jaar. Dat automatisch registreren als er geen keuze is doorgegeven, bestaat sinds de Donorwet van 2020. Door de wet is het aandeel mensen dat een keuze heeft doorgegeven flink toegenomen. In 2020 ging het nog om 49 procent van de bevolking boven de 18, begin dit jaar was het al 73 procent.
Voor het Donorregister moest tot 2020 expliciet een keuze worden gemaakt over donatie van organen en weefsels na overlijden. Degenen die geen keuze maakten, stonden niet in dit register geregistreerd. In de donorwet van 1 juli 2020 is geregeld dat alle inwoners van Nederland van 18 jaar of ouder, wanneer zij zelf geen keuze vastleggen, in het Donorregister worden opgenomen met de registratie ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Zij worden sinds deze wetswijziging als potentiële orgaandonor aangemerkt. Na overlijden bespreekt een arts altijd met familie of nabestaanden wat er in het register staat. Als zij heel zeker weten dat de overledene geen orgaandonor wilde zijn, gaat de orgaandonatie bij ‘ja’ of bij ‘geen bezwaar’ niet door.